Bie Garcet ver-beeldt wat haar raakt in haar dagelijkse leven en werk: lichamelijkheid, kwetsbaarheid, vergankelijkheid. Haar uitgangspunt hierbij is het menselijke lichaam of een fragment ervan: tactiel, aaibaar, herkenbaar, warm. Wat ze creëert gaat over het diepmenselijk-verborgene waar we graag onze ogen voor sluiten en dat we liever niet geweten willen hebben, maar wat ons finaal wel drijft.
Het gekozen materiaal staat in functie van wat ze wil beroeren: hard metaal, blauwe steen, was, textiel, papier worden als vlees als het lijf er in komt. Lijnen in de lucht breien lichamen aan elkaar en gaan er ook in, om te zien wat er onder het vel zit. Ieder voltooid beeld roept om iets dat verder gaat. Ze houdt er van om plaaster te gebruiken, omdat het de zachtheid heeft van huid, poudreuse en romig, bollend en plooiend, lichaamseigen, universeel en intiem tegelijkertijd.
‘Ge-Waar-worden is meer dan allen maar zien. ‘Waar’, he?! Het zou ook rieken kunnen zijn, of voelen. Waar het om gaat is wat het met je gedachten doet. Welke dingen het oproept waarvan je dacht dat je ze niet had. Of niet van uzelve zijn. ‘Umheimlich’ heet dat dan. Of net wel herkenbaar zijn, geruststellend, iets dat je met een innerlijke glimlach achterlaat. Niet de glimlach van het relationele ‘we verstaan mekaar’ tegenover de andere. Maar de glimlach tegenover uzelve, uw kleine geheime bijna onbewuste zelvetje. Dat dan ineens content is dat het er mag zijn en dromend wegstapt van de waarneming. ’t Is OK!’
… only for intimy